Slow food is zo langzamerhand een bekend begrip. Het is een reactie op fast food, het voedselproductie-en bereidingsysteem dat ten koste van dierenwelzijn, landbouwgrond en zelfs volksgezondheid op industriële wijze goedkoop en snel eten produceert. Fast food is volledig gestandaardiseerd en smaakt overal ter wereld hetzelfde. De Slow food beweging zet zich in voor de herwaardering van duurzaam geproduceerd kwaliteitvoedsel dat met liefde en zorg wordt bereid en gegeten. Slow food smaakt overal anders, omdat de ingrediënten lokaal en biologisch geteeld danwel gehouden zijn.
Voortbordurend op het gedachtengoed van slow food, heeft de Amerikaan Woody Tasch de Slow money-beweging in het leven geroepen. Zijn boek “Inquiries into the nature of slow money” heeft als ondertitel “Investing as if food, farms and fertility mattered”. En dat vat het gedachtengoed meteen goed samen. Slow money wil bereiken dat in heel Amerika gewone mensen en deel van hun geld investeren in kleinschalige landbouw en lokale voedselsystemen. Het is het antwoord op de werkwijze van te grote financiële instellingen waar te grote bedragen omgaan en waar geïnvesteerd wordt op een manier en in producten die we niet begrijpen en die letterlijk en figuurlijk ver van ons afstaan. Zoals in industrieel geproduceerd voedsel, en dan in het ergste geval ook nog in een ver land waar de werknemers zich kapot werken voor een euro per dag. Slow money is het tegenovergestelde. Mens, dier en aarde worden goed behandeld, en de investeerder neemt van harte genoegen met minder winst dan in een “gewone” investering vanwege de niet-financiële meerwaarde ervan. Van een slow money-investering zul je niet rijk worden, maar wel een rendement halen met een dikke bonus: de voldoening van het bijdragen aan voedselproductie op een verantwoorde aard en schaal. En dat is niet het enige. Een slow money-investering zorgt namelijk ook voor verbinding. Leden van de slow money-beweging besluiten samen hoe hun geld in hun stad of regio zal worden geïnvesteerd. Zo heeft in North Carolina een groep Slow Money-aanhangers een commerciële lening van de lokale voedselcoöperatie tegen 10% rente afbetaald en vervolgens de coöperatie een nieuwe lening aangeboden tegen 3% rente. Dit betekent meer lucht voor de voedselcoöperatie en een bescheiden rendement van 3% op de investering van slow money. Zo eenvoudig kan investeren zijn. Niet iedereen heeft geld om te investeren. Toch profiteert iedereen. Want door de investeringen blijft kleinschalige, lokale en gezonde voedselproductie behouden in de omgeving. Dit komt het leefklimaat ten goede. Iedereen kan bijvoorbeeld genieten van de dieren in de wei, en de schone lucht. Niemand wordt ziek door fijnstof of resistente bacteriën. Lokaal voedsel is dus niet alleen goed voor je eigen gezondheid, maar voor die van de hele gemeenschap. Op termijn draagt het zelfs bij aan een gezonde lokale economie. Het geld wordt in de eigen gemeenschap geïnvesteerd en gespendeerd, en de afzet gebeurt op lokale markten, voedselcoöperaties of winkels. De slow money- beweging heeft overeenkomsten met het concept Community Supported Agriculture (CSA). Het bekendste maar misschien niet meest representatieve voorbeeld daarvan komt ook uit Amerika en is verfilmd in de documentaire “The real dirt on farmer John”. CSA is in Nederland beter bekend als de Pergola methode. Hierbij nemen consumenten elk jaar voor een vast bedrag een vast percentage van de oogst af van een lokale boer, zodat die gegarandeerde inkomsten heeft. In ruil hebben de klanten zeggenschap over de bedrijfsvoering. Vaak werken ze ook mee op de boerderij. Local Works werkt vanuit de overtuiging dat lokaal de enige duurzame schaalgrootte is. Waarom eten we aardbeienyoghurt waarvoor 8000 voedselkilometers zijn afgelegd (ik verzin dit niet!) terwijl het zo goed mogelijk is om binnen de gemeentegrenzen zowel yoghurt als aardbeien te produceren? Voldoende gezond voedsel , schone energie, een schoon milieu, een bloeiende lokale economie en prettig samen leven… Het kan, als iedereen zijn steentje bijdraagt. Niet iedereen kan z’n eigen yoghurt maken, maar iedereen kan wel ìets bijdragen. In een duurzame lokale samenleving staat niemand aan de kant en zijn we ‘samenvoorzienend’. De ambities van Slow money-grondlegger Tasch blijven wat mij betreft niet beperkt tot Amerika. Ik draag er graag aan bij om ook hier kleinschalige landbouw en lokale voedselsystemen van de grond te krijgen. Immers: Local Works! PS: Wil je het boek kopen bij Bol.com, doe dat dan via http://www.dothebrightthing.nl/ Zij compenseren de CO2-uitstoot van je aankoop met zonnepanelen.
1 Reactie
|
AuthorHilda Feenstra Archives
Juni 2015
Categories
Alles
|